Een taart is een baksel dat in veel landen voornamelijk wordt gegeten tijdens feestelijkheden, bijvoorbeeld bij het vieren van een verjaardag. Een specifieke taart is de bruidstaart, gegeten bij een bruiloft. In veel landen wordt taart ook als dessert geserveerd. Het woord taart is afgeleid van het Oudfranse torte of tarte, dat afkomstig lijkt te zijn van het Latijnse torta (gedraaid baksel). Dit woord is de vrouwelijke vorm van het voltooid deelwoord van torquere (draaien). Ook kan gedacht worden aan een afleiding vanuit het Latijnse tortula (klein wit broodje). Het woord taart wordt als scheldwoord gebruikt voor een vrouw of meisje. De uitdrukking “ouwe taart” heeft een betekenis die vergelijkbaar is met een uitdrukking als “oud wijf”. Het Engelse slangwoord tart heeft eenzelfde gevoelswaarde. Een kinderspel is taarten en taartjes van zand ”bakken”. De taart komt in enkele zegswijzen voor. Merkwaardig is dat aan de taart steeds een negatieve lading gegeven wordt. Zo betekent "iemand van de taart geven" of "iemand een taart geven" iemand een draai om de oren geven, iemand berispen. "Van de taart krijgen" betekent slaag krijgen. "Taart eten" betekent het gelag betalen. Er zijn diverse typen taart. Zo heet een platte taart met veel vruchten een vlaai; bekend zijn de Limburgse vlaaien. Een taart met veel suikerschuim wordt een schuimtaart genoemd. In Nederland zijn de appeltaart, chocoladetaart, aardbeientaart, kwarktaart, mon chou taart, mokkataart en slagroomtaart populair, in België ook de suikertaart. Ook een quiche wordt wel als taart gezien, hoewel deze hartig is; er zitten vaak groenten, en/of vlees en vis in en heeft deeg als belangrijkste ingrediënt. Men spreekt wel van een hartige taart.
De meeste taarten die er gemaakt worden zijn verjaardagstaarten. De basis van iedere taart is een 'kapsel', deze kun je in allerlei vormen maken. Snij de taart in 3 gelijke lagen. De taartzaag stel je in op de gewenste dikte. Na de 1e laag de taartbodem omdraaien en de 2e laag snijden. Zorg ervoor dat je tijdens het snijden de delen in gelijke groottes verdeeld. Dit maakt het smeren een stuk gemakkelijker en scheelt veel tijd. Wees niet te gehaast. De onderste laag leg je op de witte kant van het taartkarton. Op de onderste laag van de taart smeren we hier een dunne laag jam. Daarna leg je de bovenste laag apart en leg je de tweede laag erop. De 2e laag besmeren we hier royaal met (boter)crème. Zorg hierbij dat je het gelijk uitsmeert zodat de taart overal even hoog wordt. De basis voor een mooie strakke taart wordt hier gelegd, zorg ervoor dat alles mooi glad is uitgestreken en overal even hoog is. Nu leg je de bovenste laag erop. u ga je eerst de zijkanten en daarna de bovenkant afsmeren met de botercrème met een taartmes. Dit is om de marsepein te laten plakken en om oneffenheden af te werken. Hoe strakker de ondergrond, hoe strakker de taart. Maak een gladde bol van de marsepein en zorg ervoor dat de bovenkant het gladst is. Rol de marsepein uit waarbij je ervoor moet zorgen dat je steeds na 3x rollen de lap een kwartslag draait. Zorg tijdens het uitrollen met de roller dat je lap een vierkante vorm krijgt en houdt. Houd de poedersuiker aan de onderkant van de marsepein zodat je geen witte vlekken krijgt op de taart. Meet de zijkant en bovenkant van de taart. De grootte van je lap marsepein moet gelijk zijn aan 2x de hoogte van de zijkant en 1x de bovenkant. Til de lap op aan 1 kant en leg hem vanaf de helft over je onderarm of de rolstok. Dan leg je hem over de taart zo dat je aan alle kanten marsepein over hebt. Nu ga je de marsepein voegen zodat deze overal glad op de taart zit. e zorgt eerst dat alle hoeken goed aansluiten. Daarna ga je de rest voegen. De marsepein moet goed aansluiten, ook aan de onderkant. Snij nu de overige marsepein weg langs de rand met een knife uit de modelling tools. Voor het echt strak maken heb je een smoother nodig. Voor hele strakke hoeken kun je een tweede smoother gebruiken. Hou er 1 tegen de zijkant en draai de bovenste er tegenaan. Met de smoother kun je nu de taart aan de bovenkant en zijkanten helemaal glad maken. En dan ben je klaar met de basis, nu kun je gaan versieren. Bron: www.jouwtaartshop.nl